DE DRUIVENTEELT EN ARCHITECTUUR

 

Een serristenwoning uit de 1e periode.

De welstand van de druiventeler kwam ook tot uiting in de woningbouw. Gegoede serristen lieten zich een rijkelijk aangeklede woning aanmeten. De oudste serristenwoningen (o.a. Charlier) waren eenvoudige vierkante blokken, slechts langs de voorzijde voorzien van enige franje.
Onder invloed van de plaatselijke architect Mariën kwam hierin na de eeuwwisseling verandering. De voorgevel werd voorzien van loggia’s, terrassen, houtwerk allerhande, terwijl de boogvorm voor ramen en deuren gebruikelijk werd. Het vele houtwerk, de stevige dakconstructies vallen te verklaren door het feit dat Mariën ook eigenaar was van een houtzagerij. Daar de meeste van deze villa’s ontworpen werden door dezelfde architect, leidde dit tot een zekere homogeniteit der vormen (jaren 1920-1940). Naast deze Mariën-villa’s waren er enkele andere, deels door hem ontworpen, deels door Brusselse architecten waar de verfraaiing doorgedreven wordt in de verschillende gevels. De villa der Sohies echter, de oudste, werd reeds in 1915 gesloopt.

Tekst: Michel Erkens.

Een serristenvilla uit de 2e periode.