ONDERWIJS

Onder het “Ancien Régime” was het meestal de koster die aan de jongeren de eerste stappen in wijsheid trachtte bij te brengen. De oudste tot nu toe ontdekte vermelding van een school dateert uit de 17e eeuw. De toenmalige “meester” gaf waarschijnlijk onderricht in het schepenhuis. Het is pas in de loop van de 19e eeuw dat het onderwijs goed van stapel begint te lopen. In Hoeilaart kenden we drie onderwijsinstellingen: de zustersschool, de gemeenteschool en de rijksbasisschool.
De zustersschool werd in 1829 gesticht. Het was de familie de Man die aan de zusters van Sint-Vincentius a Paulo vroeg twee religieuzen naar Hoeilaart te sturen om de kinderen te onderwijzen. Ze stelde hiervoor een van haar huizen ter beschikking. De omstandigheden waarin de zusters toen les moesten geven, zouden wij thans erbarmelijk noemen. Nochtans had hun school die bij de aanvang zowel jongens als meisjes ontving, een overweldigend succes. De aantrekkingskracht was zo groot dat privé-onderwijzers hun aantal kinderen beduidend zagen slinken. In 1836 waren er 130 meisjes en 80 jongens, zodat een derde zuster hen kwam vervoegen. Gedurende de 19e eeuw groeit dit aantal gestaag, hoewel vanaf de jaren 1850 de meeste jongens school lopen in de gemeenteschool. In 1852 werd gestart met de “bewaarschool” (kleuterschool) terwijl voor de “ouderen” vanaf 1842 de “zondagsschool” geopend werd.
Om al dat volkje op te vangen was men dringend toe aan nieuwbouw. In 1843 wordt een nieuwe school gebouwd op de hoek van de Waversesteenweg en de Desiré Vandervaerenstraat. Uitgebreid werd er in 1868 en 1902, terwijl er in 1908 een geheel nieuwe vleugel bijgebouwd werd, waardoor het gebouw uit 1843 moest wijken. Latere toevoegingen gebeurden in 1927/1928, 1939 en 1954.
Bij het begin van de 20e eeuw bedroeg het aantal leerlingen – toen nog enkel meisjes – 200, het steeg tot 360 tussen de jaren 1910 -1920. Ook het aantal zusters bleef toenemen: in 1920 waren ze met negen, in 1930 werden het er twaalf. In 1920 werd ook de eerste lekenonderwijzeres aangeworven. Thans runnen dezen de instelling die opnieuw aan verbouwing en vergroting toe is.
De zusters zijn steeds verbonden geweest met de Hoeilaartse levensgemeenschap. In de 19e eeuw hielpen ze o.m. bij het verzorgen der zieken tijdens de cholera-epidemieën. Ze hebben op hun leerlingen steeds grote invloed uitgeoefend, wat bewezen wordt door de 35 ingetredenen uit Hoeilaart in de congregatie van Sint-Vincentius a Paulo.
Het gemeentelijk onderwijs werd pas vrij laat georganiseerd, na de goedkeuring van de wet-Nothomb op het lager onderwijs (1842). Vroeger kon men wel terecht bij privépersonen die tegen een bepaalde som hun onderricht verschaften. Eén van de twee toenmalige onderwijzers, de heer Blanpain, werd door de gemeente erkend. Evenals zijn opvolger, de heer Deveen, beschikte hij niet over een geldig diploma. De heer Deveen slaagde er nochtans in het gemeentelijk onderwijs in goede banen te leiden, het aantal kinderen dat in 1848 slechts 70 bedroeg liep vlug op om in 1853 reeds 121 te bereiken, zodanig dat men moest uitkijken naar een hulponderwijzer.
Eerst werd de school gehuisvest in het lokaal dat door de zusters verlaten werd, maar in 1849 vond men een onderkomen in de lokalen gelegen aan het toenmalig gemeentehuis. Vernieuwing en vergroting van de gebouwen situeren zich in de jaren 1866, 1892, 1912 en vooral 1929-1930. De nieuwe gebouwen (1930) waren echter niet lang in gebruik wegens het feit dat de constructie niet stevig genoeg was. De laatste nieuwbouw dateert uit 1954. De gemeenteschool is gesloten, op deze plek bevindt zich thans het gemeenschapscentrum Felix Sohie.
Tijdens de schooloorlog kreeg de gemeenteschool ook af te rekenen met een katholieke jongensschool, die tot 1888 stand hield, de gebouwen van deze school werden door de zustersschool overgenomen, later werd het de parochiale feestzaal “Lindenhof”. Het gebouw werd afgebroken in 2017.
De gemeenteschool groeide verder uit om in 1902 een volledige leergang van zes studiejaren te bereiken. De grootste bloeiperiode situeert zich in de jaren ’30 toen uit het omliggende verscheidene jongens les kwamen volgen te Hoeilaart. Ook de leraars die hier les gaven, en meestal uit andere gemeenten afkomstig waren, zetten zich in voor hun dorpsgemeenschap en waren actief in verschillende culturele verenigingen (muziek, toneel…) of namen zelf de pen ter hand (Smeets, Renis, Joly) om de geschiedenis van het “glazen dorp” voor de toekomst te bewaren.
Door de oprichting van een rijksbasisschool in 1965 en de toenemende denataliteit werd Hoeilaart te klein om twee jongens- en drie meisjesscholen leefbaar te houden. In 1983 werd besloten de gemeenteschool te laten opgaan in de zustersschool, die aldus opnieuw gemengd onderwijs verschaft.
De rijksbasisschool kende sinds haar stichting een stevige groei, ook hier werden nieuwe lokalen in gebruik genomen (1982) en werd de traditie van integratie van school en gemeenschap verder gezet. Een groot nieuwbouwproject werd opgestart in 2017.

Tekst: Michel Erkens.