Panelen op straat

Van eind 2014 tot eind 2017 stonden op verschillende locaties in Hoeilaart straatpanelen met oude dorpszichten. U kunt ze hieronder nog bekijken. Michel Erkens, historicus en voorzitter van de kring, voorzag elke afbeelding van de nodige uitleg.

Paneel in de gemeentelijke boomgaard Terjansdelle. Zicht op serrebedrijf en villa Vandervaeren.

Deze foto – genomen vanuit de vallei – biedt een schitterend uitzicht op het bedrijf van de familie Vandervaeren. Op de kim zien we links de windmolen die er geplaatst werd door Peeter Vandervaeren in 1841, rechts van de molen merkt men het molenhuisje. De molen was een “bovenkruier”: het was de kap bovenaan de molen die in de juiste windrichting gezet werd wanneer er moest gemalen worden. De molen werd gesloopt na de Eerste Wereldoorlog. Door de industrialisatie was het malen van graan door een windmolen niet langer rendabel. Het molenhuis zelf bleef bestaan. Midden het zicht merkt men de villa/ kasteel dat Desiré Vandervaeren in 1900 liet optrekken. Désiré Vandervaeren was burgemeester van Hoeilaart tussen 1896 en 1911 en opnieuw tussen 1921 en 1926. Rechts van deze villa merkt men de ijzeren wieken van een watermolen waarmee water opgepompt werd om de serres, via twee grote waterputserres, te kunnen begieten. Aan het huis helemaal rechts bemerken we ook nog een overblijfsel van een “kareeloven”. De serres zelf volgen vanaf de villa de glooiing van de heuvel naar het dal. Ze zijn erg verschillend van formaat, zowel qua lengte als qua breedte. Bij sommige bemerken we de houten steunbalken in de serre. In de vallei zelf werden in een andere richting negen nieuwe gelijkvormige serres bijgebouwd. In tegenstelling tot de serre op de heuvelglooiing staan hun ramen niet open.

Paneel in de Henri Caronstraat.

Op dit paneel trekt de onvoltooide toren van de neo-romaanse Sint-Clemenskerk de aandacht. Tegen de kerkmuur staan nog enkele grafmonumenten. De toenmalige Waversesteenweg was gekasseid en voor de voetgangers werd een brede stoep gelaten, wat de kinderen niet belette om op straat te spelen. De naamsverandering naar Henri Caronstraat gebeurde na WO II. De weg wordt doorsneden door de tramsporen. Een paal trekt de aandacht van de voorbijganger voor het mogelijke gevaar “Let op – Attention”. Aan het huis links bevindt zich eveneens een paal met een (onleesbaar) opschrift. Er werd ook geregeld gepoetst: de bezem staat net op de hoek van dit huis. Men merkt dat er tot in het centrum van het dorp serres gebouwd werden. Zowel links als rechts van het zicht merken we er telkens één. In deze rechts zien we dat de druivelaars nog niet tot volle wasdom gekomen zijn. Net vóór de serre staat er een kleine pergola. De waren die in de winkel verkocht worden staan uitgestald in de vitrines. Naast de oude lantaarn (aan de trappen van de kerk) merken we ook de nieuwe elektrische verlichting.

Paneel op Solheide.

De fotograaf bevond zich waarschijnlijk net vóór de woning van de gebroeders Sohie. In het midden van dit dorpsgezicht bevindt zich centraal de Sint-Clemenskerk. Achter de kerktoren verscholen: de witte muren van de pastorie. Links ervan staat het kasteel van de familie de la Rocheterie met de pachthoeve en het “Huis van Stinne” (in het wit). Rechts merken we het nog onbebouwde Vlaanderveld. Vóór de fotograaf staan de muurserres van het bedrijf Sohie. Beneden trekt de huidige Sohiestraat de aandacht. Aan de linkerzijde van deze straat een mengeling van nieuwe (hoge) huizen en oude (lage huizen. Een beetje naar links zien we een hoge schoorsteen: we vermoeden de schoorsteen van houtzagerij Mariën. Daar achter de lange blinde muur van de gemeenteschool. Boven deze muur steekt gedeeltelijk een witte zijmuur uit: het voormalig gemeentehuis. Kijken we rechts van de Sohiestraat dan zien we uit op de achterzijde van de woningen die zich aan het Gemeenteplein bevinden. Nog meer naar rechts kijken we uit op het kerkkoor en de restanten van de pachthoeve die zich net achter de kerk bevond. Op enkele plaatsen merken we de elektriciteitsverdeling.

Paneel in de Kapellestraat.

Zicht op Smeyberg en de Molenvijver. De Kapellestraat vooraan is slechts een voetwegeltje. Vooraan staat een kleine kist de gereedschapskist van de fotograaf? De Molenvijver, zo genoemd omdat net naast deze vijver de watermolen stond is nog helemaal niet gedempt. Boven op de helling vinden we het kasteel gebouwd door Jules de Quirini (1894). De helling is begroeid met struikgewas, niet met bomen, waardoor het kasteel goed zichtbaar is en zelf uitzicht heeft over de IJsevallei. Onderaan de helling, aan de overzijde van de vijver staat een vrij grote woning. Bovenaan de helling zien we de woningen die zich in de Bergstraat bevinden. Her en der zijn serres op de helling gebouwd. Bovendien zien we twee serres in opbouw.

Paneel in de Albert Biesmanslaan (parking).

De IJse is nog niet overwelfd. De fotograaf koos de kerk centraal in zijn dorpsgezicht. Helemaal links zien we het eerste houten tramstationnetje. De tramlijn werd ingehuldigd in 1894. Dit (voorlopig) station was slechts enkele jaren in dienst en werd vervangen door het huidige, beschermde, tramstation. Meer naar de kerk toe de winkel van de familie Sohie-Van Orshoven. Net voor de kerk het hoge dak van het gebouw waar thans de lokale politie in gevestigd is. Het hoge witte gebouw is het voormalige gemeentehuis, gebouwd in het midden van de 19e eeuw. Het stond dus pal tegenover de kerk. Achter het gemeentehuis (meer naar rechts) een laag gebouw, het oude gedeelte van de gemeenteschool en daarachter het nieuwe, tweelagige gedeelte. Beide gebouwen zijn ondertussen gesloopt. Van de voormalige Koldamvijver is hier niets meer te merken.

Paneel aan de noordkant van de kerk.

De plek waar de fotograaf rond 1900 stond is thans helemaal volgebouwd. Vandaar dat we het paneel aan de kerk hebben moeten plaatsen. We kijken uit op de hoek van de huidige Felix Sohiestraat en het Gemeenteplein. Zoals het toen gebruikelijk was, prijzen handelaars hun zaak in het Frans aan. Enkel Arthur Charlier doet het in het Nederlands. Bij het “Café des viticulteurs” kan men boter en room bekomen van de landbouwschool van Overijse. Boven de woning van Arthur Charlier torent het hoogste gedeelte van de schoorsteen van houtzagerij Mariën uit. De grond vooraan op het Gemeenteplein was toen recent afgegraven en verwerkt tot bakstenen. Net voor de fietser een houten elektriciteitspaal. De bedrading is er echter nog niet op aangebracht. Wat nog wel is overgebleven, is de muur langsheen de Felicéstraat.
Wat natuurlijk de meeste aandacht trekt, is de grote woning van de familie Sohie op “Den Berg” met hun serrebedrijf (muurserres) op de helling. Helemaal links zien we een erg lange dubbelserre: de ventilators staan open, zowel in het linker- als het rechtergedeelte. In het midden tussen de twee onderdelen is er een knik.

Paneel aan de zuidkant van de kerk.

We kijken uit op het begin van de Waversesteenweg (thans H. Caronstraat). Zowel straat als stoep zijn hier geplaveid. Ter hoogte van het restaurant “Au Renard” is een dame het vuilnis van de stoep bijeen aan het vegen. Ook voor het restaurant liggen er kasseien. Helemaal vooraan vinden we een waterpomp, ogenschijnlijk staat ze eerder op de straat dan op de stoep. Ter hoogte van het restaurant vormde de stoep een inham. Die vinden we terug op 19e-eeuwse kadasterkaarten. Daar bevond zich één van de vele bronnen. Daar waar eertijds het overtollige bronwater afliep naar de IJse, heeft men bij het begin van de 20e eeuw een waterpomp geplaatst. Wat verder, ter hoogte van café “Betenland”, staat een houten fietsenstalling op de stoep. In het tweede gedeelte van de straat merken we links de feestzaal “Sint-Clemens”, de rest van de straat is aan die zijde nog onbebouwd. Voor de muur het bord dat waarschuwt voor de tram “Attention- Pas op”. Aan de rechterzijde merken we ter hoogte van de vijver een kapel, het gaat om de kapel van de heilige Philomena, afgebroken in de jaren ’20 van de vorige eeuw. Het lijkt alsof iemand er aan het bidden is. Op dit zicht zien we ook sporen van het elektriciteitsnetwerk in het dorp: een paal links, een lantaarn ter hoogte van de tramsporen.

Paneel op het Dumbergplein.

De fotograaf schenkt ons een zicht op de vijver aan het Dumbergplein met de mooi onderhouden bermen en afsluiting. De woningen aan het Dumbergplein met de herberg liggen er vredig bij. Onderaan rechts de achterzijde van een oude woning, gesloopt rond 1980. Naast de woning een klein prieeltje waar de was aan de wasdraad hangt te drogen. Op de helling vinden we het groot serrebedrijf van Eugène Schimp, schepen tussen 1912 en 1920. Heel de helling is als het ware een zee van glas. Helemaal rechts zien we de rails van het privéspoor waarlangs steenkool en materiaal voor de hoger gelegen serres konden aangevoerd worden. Links de zoom van het Zoniënwoud met in het midden van de helling de woning van kunstschilder Isidore Verheyden (+ 1905).

Panelen aan de school Het Groene Dal.

Het betreft hier een panoramisch zicht op het dorpscentrum. Er werden verschillende foto’s gemaakt, die met de middelen van toen naast mekaar gezet werden zodat men één grote panoramische kaart kreeg. We hebben de indruk dat de kinderen – samen met een volwassene- steeds meegelopen zijn om in het objectief van de fotograaf te staan. De foto’s werden, gezien de lange schaduwen, bij valavond gemaakt. De fotograaf heeft zich op de plek geplaatst waar zich nu de gemeenschapsschool “Het Groene Dal” bevindt, meer bepaald in de huidige Alexis Mousinstraat. Daardoor kon hij iets hoger in het landschap staan waardoor hij over daken heen kon fotograferen. Aan de linkerzijde van de kaart hebben we de indruk dat de bodem weggegraven werd om er in een “kareeloven” bakstenen van te maken.

Het linkerluik van de kaart begint aan de Waversesteenweg. De hoeve van de familie Gillyns is prominent aanwezig. Op hetzelfde luik merken we het kasteel van de familie de la Rocheterie, de Sint-Clemenskerk en ook de witte zijgevel van de toenmalige zusterschool. Rechtover de zusterschool lezen we op het tegenoverliggende huis onderaan de reclame voor “(Au bon m)arché”.

 Het middenluik toont ons vooraan de serres van de familie Gillyns. Tegen de huidige Paul Malustraat merken we de restanten van verschillende steenovens. Er bevindt zich ook nog een oude lemen woning. Aan de overzijde van deze straat werden nieuwe bakstenen woningen opgetrokken. Op deze kaart zijn aan de horizon het bedrijf en de grote woning van de familie Sohie prominent aanwezig. Achter de bomen in het linkergedeelte kunnen we de witte zijgevel van het vroegere gemeentehuis lokaliseren. Rechts in het middengedeelte herkennen we de brouwerij van J.B. Joly gelegen in de huidige Vandenbroeckstraat. Wat ontbreekt is de schoorsteen van de elektriciteitsfabriek, die zich ter hoogte van het huidige grootwarenhuis “Delhaize” bevond.

Het rechterluik loopt langs de huidige Willem Matstraat. Enkele woningen in deze straat zijn nu nog te herkennen. Achteraan vinden we het de Quirinikasteel en eronder de Molenvijver. Her en der zijn er kleinere serrebedrijven ontstaan.
De man die de kaart verstuurde, heeft zijn handtekening nagelaten. Wie hij was en welke vakken hij onderwees blijft momenteel een mysterie.