Wel en wee van kerkbezittingen
Tentoonstelling 150 jaar Sint-Clemenskerk – Pupiter 5
(Klik op de blauwe linken om alle beelden en/of documenten te zien. Je kunt vergroten activeren door met de muis over de scan te gaan en twee keer op ctrl te drukken.)

5.1 Bij de inval van de Fransen in 1695 werd de kist met het toenmalige kerkarchief (grotendeels) naar Brussel overgebracht. Ze werd bij het bombardement van Brussel vernietigd waardoor veel documenten verloren gingen. In het tweede deel van deze tekst is er ook sprake van dat er veel kerksieraden verloren gingen, onder meer een zilveren monstrans “van groote weerde”, een zilveren, vergulde kelk, een zilveren niet-vergulde kelk, 3 zilveren kronen (vermoedelijk om heiligbeelden te bekronen), twee zilveren staven, een zilveren “calebasse”, een zilveren hoed van Sint-Rochus, twee zilveren ampullen.
(A.RA. Leuven, Kerkelijk Archief, 22940 bis)
5.2 Het gesmolten zilver werd gerecupereerd en herwerkt in nieuwe zilveren voorwerpen. In de tekst lezen we ook dat op 15 januari 1696 een nieuwe zilveren kelk, binnenin verguld, geleverd wordt en op 29 oktober 1696 een nieuwe monstrans. Waar de kelk 27 ons zilver bevatte, was dat voor de monstrans 91 ons, naast 32 ons koper. In dat jaar werd ook de preekstoel vergroot.
(A.RA. Leuven, Kerkelijk Archief, 22940 bis)
5.3 Er waren kosten verbonden om het gesmolten zilverwerk tot nieuwe voorwerpen om te smeden, daarom werd er beroep gedaan op de vrijgevigheid van de inwoners. Er is een lijst bewaard gebleven waarin de namen van de schenkers en hun bijdragen vermeld worden. De lijst dateert van Sint-Thomasdag 1695, ttz. 21 december.
(A.RA. Leuven, Kerkelijk Archief, 22973)
5.4 In de Franse tijd werden de bezittingen van de kerk aangeslagen door de nieuwe machthebbers. Er werden inventarissen opgesteld van bezittingen die te gelde konden worden gemaakt. Naast de inventaris van de kerkeigendommen is er ook een beschrijving van de pastorie en de daaraan verbonden tuin. We krijgen zo zicht op de “bloeiende hof” aan de pastorie: 9 perenbomen, 7 appelaars, 8 pruimelaars, 10 abrikozenbomen, 14 perzikbomen, twee kriekelaars en een kastanjelaar.
(23 prairial VI = 11.6.1798)
5.5 Een ontvanger van het kerkbestuur, was allesbehalve nauwkeurig in zijn rekeningen. In 1820 werd hij veroordeeld tot het betalen van 747 gulden 87,5 cent. Deze schuld kortte hij jaarlijks af met een bedrag van 50 gulden. In 1832 was deze volledig terugbetaald (en doorgehaald).
(Kerkelijk Archief Hoeilaart, I.4.3.1A 31)
5.6 Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet pastoor D’Hoe door de Hoeilaartse kunstschilder Charles Bonalini (1895-1946) een muurschildering aanbrengen op de boog boven de communiebank met als onderwerp de hemelvaart van Christus (zie postkaart hieronder). Bonalini dacht dat ze drie eeuwen zou meegaan. Pastoor Van Bever liet ze echter overschilderen.
(Kerkelijk Archief Hoeilaart, I.4.3.2A 115)
De ontwerptekening werd enkele jaren geleden verworven door de Koninklijke Heemkundige Kring (zie bovenaan deze pagina).
Historisch onderzoek en teksten: Michel Erkens