OUDSTE VERMELDING – TOPONYMIE – WAPENSCHILD

De oudste vermelding van onze gemeentenaam komt voor in een ongedateerde akte maar die rond het midden van de 12e eeuw kan gesitueerd worden. Deze akte, verleend door de hertog van Brabant i.v.m. een geschil in de abdij van Neerwaver, werd in Hoeilaart opgesteld. In de loop der geschiedenis vinden we volgende schrijfwijzen: Holar (1186, 1217, 1227), Holleir (1215), Hoelar (1223, 1269), Holaer (1246, 1248, 1287, 1337), Holair (1383, 1435), vanaf de 17e eeuw treedt de letter t geregeld op: Hoelaert (1639), Hollaert (1659, 1787), Hoylaert (1722). In de 19e eeuw vinden we Hoeylaert dat in 1930 omgevormd werd tot Hoeilaart. We kunnen de naam splitsen in twee delen: HO en LAER. Het tweede is het eenduidigst en betekent : “open plek in het bos”. Het eerste zou verwant zijn met “hoog” (vgl. het Duitse Hohe), anderen zien het eerder in de richting van “hol”, terwijl een derde versie het houdt bij hooi (vgl. oudduits höu). Voor de eerste stelling pleiten én het feit dat Hoeilaart hoog op de IJse gelegen is én omgeven is door hoger gelegen delen.
Het wapenschild van ons dorp verwijst eveneens naar de oudste geschiedenis. Het stelt een uitgerukte boom voor waarvan de stronk zich opsplitst in drie dichtbebladerde takken. Hoeilaart is inderdaad een dorp dat op het woud gewonnen werd. Voor de boom bevindt zich het wapenschild van de hertogen van Brabant zoals zij dit gebruikten na hun overwinning op en annexatie van het hertogdom Limburg in de slag van Woeringen (1288), ttz. met twee Brabantse en twee Limburgse leeuwen. Op een oorkonde uit 1337 treffen we voor de eerste maal dit wapenschild als schepenzegel aan.

Tekst: Michel Erkens.